Wijvoetentrainers

Over de werking van de voet, 6 afstudeerscripties

De voet en enkel vormen een complex biomechanisch systeem dat cruciaal is voor dagelijkse activiteiten. In de opleiding fysiotherapeuten leren de studenten weinig over de voet. Daarom zette Voetentraining een onderzoeksopdracht uit bij de Hogeschool van Amsterdam en de Hanze Hogeschool in Groningen. 8 fysiotherapeuten schreven 6 systematische reviews.


De voet als complex systeem

Alle zes onderzoeken benadrukken dat voetproblemen niet altijd een simpele oorzaak hebben. Of het nu gaat om platvoeten, tibialis posterior disfunctie, fasciitis plantaris, diabetische perifere neuropathie, chronische enkelinstabiliteit of de samenwerking tussen cuboid en peroneus longus - de voet functioneert als een complex biomechanisch systeem.

Deze scripties tonen aan dat biomechanische factoren, spierkracht en proprioceptie essentieel zijn voor optimale voet- en enkelfunctie. 

Kritische blik op gangbare behandelingen

De onderzoeken tonen aan dat veel 'bewezen' behandelingen mogelijk minder effectief zijn dan gedacht. Dit pleit voor een meer kritische, evidence-based benadering in de voet-enkelbehandeling.

Praktische implicaties

Fysiotherapeuten moeten mogelijk hun behandelprotocollen aanpassen en meer aandacht besteden aan het hele voetsysteem in plaats van geïsoleerde structuren.

Lees hieronder de interessante bevindingen en praktische tips uit de 6 scripties.

Scriptie 1: De invloed van het cuboid op de biomechanische werking van de peroneus longus tijdens het lopen: Een systematic review. Door Rayner Hardendood en Duncan van Leeuwen.

Samenvatting

Het onderzoek richtte zich op de biomechanische samenwerking tussen het cuboid en de peroneus longus tijdens het lopen. Het systematische review van 15 studies toont aan dat deze structuren nauw samenwerken voor voetstabiliteit, vooral tijdens midstance- en push-off-fases.


Belangrijkste bevindingen

  • Cuboid fungeert als hefboom voor peroneus longus

  • Samenwerking is cruciaal voor laterale voetstabiliteit

  • Disfunctie van ene structuur beïnvloedt de andere

  • Manipulatie van cuboid kan voetfunctie verbeteren

Praktische tips voor fysiotherapeuten

Integreer cuboid-behandeling

  • Onderzoek cuboid-mobiliteit bij enkelproblemen
  • Gebruik cuboid-mobilisatie bij peroneus longus klachten

Functionele benadering

  • Behandel cuboid en peroneus longus als functionele eenheid
  • Focus op samenwerking tijdens dynamische activiteiten

Preventieve training

  • Versterk peroneus longus voor cuboid-ondersteuning
  • Train proprioceptie voor betere samenwerking

Diagnostische screening

  • Check cuboid-functie bij laterale enkelklachten
  • Beoordeel peroneus longus bij cuboid-problemen

Downloads

PDF van de scriptie

Flyer 


Deze flyer geeft een samenvatting van de scriptie. 

NB. In de flyer staat een kopje “preventie”. Dit is niet gebaseerd op de uitkomsten van het systematic review. Het is ook niet de visie van voetentraining.


Reactie van Voetentraining

Voetentraining was al op de hoogte van de samenwerking tussen de peroneus longus en het cuboid. Maar niet eerder was deze samenwerking met een systematic review onderzocht. Bij klachten zoals ingezakte mediale voetbogen, hallux valgus of overpronatie is het essentieel om de mobiliteit van het cuboid te beoordelen. Is deze beperkt, dan is mobilisatie of manipulatie van het cuboid nodig om de functie van de peroneus longus direct te verbeteren. 

Onze Erkend Voetentrainers hebben in hun opleiding allemaal geleerd hoe je de mobiliteit van het cuboid onderzoekt en hoe je het cuboid mobiliseert.

Om recidiverende blokkades van het cuboid te voorkomen, is het belangrijk om – naast de peroneus longus – ook de intrinsieke voetspieren te versterken en de supinatie beweging van de voet bij je patiënt weer aan te leren. Als de mediale voetboog (weer) als een springveer functioneert beweegt de voet goed van pronatie naar supinatie, waardoor de volledige ROM van het cuboid wordt gebruikt.

In de opleiding tot Erkend Voetentrainer leer je hoe je de mediale voetboog weer als een springveer kunt laten werken, zodat de voet een goede pronatie en supinatie kan maken. Ook leer je hoe je de intrinsieke voetspieren traint en vergeten bewegingen in de voet kun achterhalen en weer kunt aanleren.

Is er een relatie tussen Adult acquired flatfoot deformity (AAFD) en tibialis poster disfunctie  (TPD)

Door Rick van der Tol en Tom Roos

Samenvatting

Dit onderzoek onderzocht de associatie tussen tibialis posterior disfunctie (TPD) stadia I-II en Adult Acquired Flatfoot Deformity (AAFD). Het systematische review van 6 studies toont aan dat de veronderstelde sterke associatie tussen TPD en AAFD mogelijk minder evident is dan gedacht.

Belangrijkste bevindingen

  • Geen eenduidige associatie tussen TPD stadia I-II en AAFD

  • Slechts 2 van 6 studies toonden significante verschillen

  • Methodologische kwaliteit van studies is variabel

  • Klinische relevantie van gemeten hoeken is onduidelijk

Praktische tips voor fysiotherapeuten

  • Heroverweeg je diagnostiek

  • Ga niet automatisch uit van TPD als hoofdoorzaak van AAFD

  • Onderzoek ook andere structuren zoals spring ligament en intrinsieke voetspieren

  • Bredere benadering

  • Behandel niet alleen de tibialis posterior bij platvoeten

  • Integreer training van het hele voetsysteem


Reactie van Voetentraining

Deze scriptie is bijzonder waardevol. In de praktijk leeft nog vaak de aanname dat een op latere leeftijd ontstane platvoet (AAFD) vooral het gevolg is van een verzwakte tibialis posterior. Maar recente wetenschappelijke inzichten laten zien dat ook de intrinsieke voetspieren – zoals de abductor hallucis, flexor digitorum brevis en quadratus plantae – een cruciale rol spelen in het behoud van de mediale voetboog.

Bij Voetentraining pleiten we al jaren voor het trainen van alle voetspieren. In onze workshops en cursussen leer je wanneer en hoe je doelgericht oefentherapie inzet voor het versterken van zowel de extrinsieke als intrinsieke voetmusculatuur.


Flyer “Wat zijn andere oorzaken van AAFD dan TPD”, Pdf om te downloaden 

Deze flyer geeft:

  • een totaal overzicht van oorzaken van AAFD

  • hoe je als fysio oorzaken van AAFD kan testen

  • een samenvatting van de scriptie. 

  • Flyer hier downloaden
    PDF met scriptie op aanvraag


Fysiotherapeutische behandelingen voor diabetische perifere neuropathie: invloed op zenuwfunctie en neuropathie symptomen van de voet

Door Lianne Meinsma

Samenvatting

Deze systematische review analyseerde zeven studies naar het effect van fysiotherapeutische interventies op zenuwfunctie en neuropathiesymptomen bij diabetische perifere neuropathie (DPN). De studies tonen aan dat fysiotherapie veelbelovende resultaten kan behalen.


Belangrijkste Bevindingen

  • Zenuwfunctie: 5 van 6 studies toonden significante verbeteringen aan

  • Symptomen: 4 van 5 studies rapporteerden significante vermindering

  • Effectieve interventies: Aerobe training, weerstandstraining, voet-enkel oefeningen

  • Effectgrootte:Medium tot grote effecten bij meeste interventies

Praktische Tips voor Fysiotherapeuten

  • Gebruik Nerve Conduction Velocity (NCV) als gouden standaard voor zenuwfunctie  

  • Pas aerobe training toe (3x/week, 20-45 min, 50-70% HRR)  

  • Combineer weerstandstraining met functionele oefeningen  

  • Train intrinsieke en extrinsieke voetspieren specifiek  

  • Gebruik NMES (neuromusculaire elektrische stimulatie) als aanvulling  

  • Pas intraneurale facilitatie (INF) toe bij neuropathiesymptomen  

  • Monitor behandeling met MNSI en MDNS vragenlijsten  

  • Minimale behandelduur: 8-12 weken voor optimaal effect


Reactie van Voetentraining

Diverse aanpakken blijken werkzaam: aerobe training, weerstandstraining, voet-enkel training en intraneurale facilitatie. De studie van Monteiro et al. (2022) hanteerde als enige studie in het review een uitgebreid voet-enkel oefenprotocol. Alhoewel ook werkzaam, het lijkt er op dat de interventies uit de andere studies effectiever zijn. Maar dit moet nog wel nader worden onderzocht. Tot nu toe lijkt het erop dat verschillende types oefentherapie effectief zijn - dit wijst op systemische effecten van bewegen bij DPN.PDF met scriptie om te downloaden

Welke biomechanische factoren zijn geassocieerd met fasciitis plantaris bij een volwassen persoon?

Door: Janna Mout


Samenvatting

Deze systematische review onderzocht biomechanische factoren die geassocieerd zijn met fasciitis plantaris bij volwassenen. Uit zes geïncludeerde studies (2016-2024) blijkt dat verschillende factoren een rol spelen bij het ontstaan van deze veelvoorkomende aandoening.

Belangrijkste bevindingen:

  • Voetstanden: Hyper- en hypopronatie verhogen significant het risico (3-5x)

  • Teenstanden: Hallux valgus wordt geassocieerd met FP

  • Gewrichtsmobiliteit: Verminderde dorsaalflexie van het eerste MTP-gewricht wordt geassocieerd met FP 

  • Spierfunctie: Verminderd volume intrinsieke voetspieren, vooral achtervoet bij FP


Praktische Tips voor Fysiotherapeuten

  • Behandel fasciitis plantaris en voet- en hallux valgus als functionele eenheid  

  • Gebruik Foot Posture Index (FPI) voor voetstandevaluatie

  • Beoordeel dorsaalflexie van enkel en MTP1-gewricht

  • Train intrinsieke voetspieren, met focus op achtervoetspieren

  • Versterk enkelplantairflexoren met hielheftest


Reactie van Voetentraining

Dit onderzoek toont voor Voetentraining nog eens aan dat we een goede keuze hebben gemaakt om in onze oefenprogramma’s voor fasciitis plantaris veel oefeningen te hebben om de voetstand en mobiliteit van de 33 voetgewrichten te verbeteren en te werken aan de spierkracht van de intrinsieke voetspieren. 

Wil je leren hoe je een hallux valgus met oefentherapie rechter traint? Schrijf je dan in voor de Workshop HV die we voor het KNGF bij Prelum geven. De eerste volgende workshop is 1 oktober 2025.


PDF met scriptie op aanvraag

Wat is het effect van therapie gericht op stimulatie van de voetzool op balans bij patiënten met chronische enkelinstabiliteit?

Auteur: Tim van der Kroft - April 2025

Samenvatting

Deze systematische review onderzocht acht RCT's naar het effect van voetzoolstimulatie op balans bij chronische enkelinstabiliteit (CAI). De resultaten tonen aan dat verschillende interventies gericht op mechanoreceptoren in voet- en enkel significant de balans kunnen verbeteren.

Kernboodschap

Therapieën gericht op voetzoolstimulatie hebben een positief effect op balans bij chronische enkelinstabiliteit, met name voetmassage en elektrische stimulatie.

Belangrijkste bevindingen:

  • Effectiviteit: 6 van 8 studies toonden significante balansverbetering

  • STARS-behandeling: Voetmassage had grootste effect (groot effect)

  • Elektrische stimulatie: NMES effectiever dan TENS

  • Mobilisatie: Maitland-technieken verbeteren proprioceptie

  • Effectgrootte: Medium tot grote effecten bij meeste interventies


Praktische Tips voor Fysiotherapeuten

  • Integreer voetmassage (5 min , 3x/week) in behandeling voor snelle balansverbetering

  • Gebruik NMES in combinatie met oefentherapie voor optimaal resultaat

  • Voer zelfmobilisatie technieken voor de enkel toe vóór training

  • Progressie: 2-12 weken behandeling afhankelijk van interventie

  • Combineer verschillende voetzoolstimulatie technieken


PDF met scriptie: op aanvraag


Reactie van Voetentraining

In onze oefenprogramma’s besteden wij veel aandacht aan het stimuleren van de mechanoreceptoren in de voet. Met de voet over een spike massage balletje rollen is zeer effectief. Tip: laat je patiënt met laterale enkeldistorsie zijn oefeningen op blote voeten doen. 

Het effect van Short Foot Exercise op de navicular drop test bij mensen met platvoeten: een systematische review

Auteur: Julian Kromodimedjo

Samenvatting

Dit onderzocht de effectiviteit van Short Foot Exercise (SFE) op de navicular drop test bij mensen met flexibele platvoeten. SFE is een fysiotherapeutische interventie die zich richt op het actief versterken van de intrinsieke voetspieren. Uit zijn systematische review van 6 studies bleek dat SFE een positief effect heeft op de navicular drop, met significante verbeteringen in 5 van de 6 studies.


Belangrijkste bevindingen:

  • Vijf van de zes studies toonden significante afname van navicular drop

  • Verschillen varieerden van 0,06 tot 5,81 mm

  • Langere oefenprogramma's (6-8 weken) waren effectiever

  • SFE kan waardevolle aanvulling zijn op steunzolen


Praktische tips voor fysiotherapeuten

  • Start SFE in zittende positie, progressie naar staan en één beenstand

  • Hanteer minimaal 6-8 weken oefenprogramma voor optimaal effect

  • Combineer SFE met andere therapieën zoals steunzolen voor synergetisch effect

  • Gebruik progressieve belasting: van 5 sec hold naar 30 sec hold

  • Instrueer patiënt in correcte techniek: voetboog verhogen zonder teenbuiging

  • Monitor navicular drop met simpele meting als objectieve uitkomstmaat

  • Integreer SFE in dagelijkse activiteiten voor betere compliance


PDF met scriptie op aanvraag


Reactie van Voetentraining

De SFE is niet alleen effectief bij platvoeten. Aangetoond is ook dat het effectief is bij fasciitis plantaris, chronische enkel instabiliteit en verminderen van valrisico.


Beperkingen van de Onderzoeken

Bij de interpretatie van deze bevindingen is het belangrijk om rekening te houden met verschillende beperkingen die in de geïncludeerde studies zijn geïdentificeerd:

Methodologische Beperkingen

  • Beperkte follow-up: De meeste studies misten lange termijn follow-up metingen, waardoor de duurzaamheid van behandeleffecten onduidelijk blijft

  • Kleine steekproeven: Veel studies hadden relatief kleine onderzoekspopulaties, wat de generaliseerbaarheid beperkt

  • Heterogene populaties: Verschillen in inclusion criteria en ernst van aandoeningen tussen studies maken directe vergelijking moeilijk

  • Controlegroepen: Veel studies vergeleken interventies met 'geen behandeling' in plaats van standaard fysiotherapie


Praktische Beperkingen

  • Gebrek aan standaardisatie: Verschillende studies gebruikten verschillende behandelprotocollen en dosering, wat optimale behandelparameters onduidelijk maakt

  • Meetinstrumenten: Variatie in gebruikte outcome measures bemoeilijkt vergelijking tussen studies

  • Blindering: In veel studies was blindering van therapeuten en patiënten niet mogelijk vanwege de aard van de interventies

  • Publicatie bias: Mogelijk zijn negatieve resultaten ondervertegenwoordigd in de literatuur



Implicaties voor de Praktijk

Deze beperkingen betekenen dat fysiotherapeuten de bevindingen moeten interpreteren als veelbelovende richtingen voor behandeling, maar dat meer hoogkwalitatief onderzoek nodig is voordat definitieve behandelrichtlijnen kunnen worden opgesteld. De aanbeveling is om deze interventies te integreren als aanvulling op evidence-based standaardbehandeling, met zorgvuldige monitoring van individuele patiëntrespons.